Please enable JS

Den Aalshorst
Den Aalshorst bij Dalfsen geldt als één van de best bewaarde Overijsselse buitenplaatsen. Het door grachten en vijvers, moes- en siertuinen, kleine landschapsparken, statige lanen, romantische zichtkanalen, dichte houtwallen, groene landbouwgronden en karakteristieke boerderijen omgeven landhuis ademt continuïteit. Tot in de zeventiende eeuw was de Aalshorst een gewone boerderij. In de leenregisters van de bisschop van Utrecht komen zowel het erf zelf als de tiende erover vanaf het eind van de veertiende eeuw voor. In 1644 bouwde het Zwolse echtpaar mr. Jacobus Vriesen en Helena van der Beke hier een spijker dat later als Vriesenspijker bekendstond. Het telde in 1675 twee vuursteden en in 1682 drie vuursteden en een oven. In 1720 liet Jacobus' kleinzoon, Jacob Vriesen, zoon van Diederik Vriesen, het spieker vervangen door het huidige huis en werden ook de beide bouwhuizen ter weerszijden van het voorplein gebouwd. In 1832 was de Aalshorst eigendom van Louis Rhijnvis Feith (1783-1845), zoon van Rhijnvis Feith. Feith was getrouwd met Johanna Theodora baronesse van Dedem (1790-1873), afkomstig van de nabijgelegen havezate Den Berg. Na haar overlijden kwam het in bezit van Godert Willem baron van Dedem. In 1908 werd het landgoed ondergebracht in een exploitatiemaatschappij. Rond het huis zijn verscheidene elementen van de achttiende-eeuwse parkaanleg bewaard gebleven, zoals de grachten, en twee grand canals: beide liggen in de as van het huis, de een ervoor de ander erachter. De voornaamste tuinaanleg ligt echter naast het huis, aan de zuidkant.
Fundatie van Dedem – den Aalshorst
De ANBI stichting van Dedem – den Aalshorst werd opgericht met als doel het voortbestaan van Landgoed Den Aalshorst te waarborgen en voorts een deel der inkomsten te besteden voor een bijzonder of algemeen nuttig doel t.b.v. de inwoners van de Gemeente Dalfsen. De Fundatie tracht haar doel te bereiken door onder meer het subsidiëren van:
  • Restauratie en onderhoud van de historische gebouwen en opstallen, boerderijen en beeldbepalende bedrijfsgebouwen en hooibergen;
  • Onderhoud van lanen, (zand) wegen, waterwegen, grachten en vijvers;
  • Onderhoud van bossen, tuinen en parken; zo ook kappen en inplanten van bospercelen en eventuele herinrichting;
  • Verwerven van belendende cultuur-, natuur- of bosgronden t.b.v. een betere agrarische exploitatie en /of bescherming van cultuur historische landschappelijke waarden;
  • Opstellen van beheerplannen e.d. en inwinnen van advies samenhangend met de exploitatie van de landgoederen.